Het dieselmotormanagementsysteem van Bosch, dat onder meer wordt gebruikt door Volkswagen Group, is niet voorgeprogrammeerd om te herkennen wanneer een voertuig een emissietest ondergaat. Dat meldt het Amerikaanse Environmental Protection Agency aan Automotive News Europe.

Volkswagen heeft zelf de software aangepast om zo het uitstootcontrolesysteem van een voertuig in te schakelen wanneer hij aan een rollenbanktest wordt onderworpen, en weer uit te schakelen als het voertuig op de weg rijdt.

Bosch is leverancier van de motormanagementmodule EDC17 en basissoftware voor bijna elke vier-cylinder dieselauto die in Noord-Amerika wordt verkocht. Volgens de EPA detecteert standaard automotive software niet dat een auto op een rollenbank staat.

Bosch zegt dat het componenten levert op basis van de specificaties van autofabrikanten. “Hoe zij deze kalibreren en integreren in het volledige systeem, is de verantwoordelijkheid van de fabrikanten zelf”, zegt een Bosch-woordvoerder tegen Automotive News Europe. Het is niet duidelijk wat de rol van Bosch precies was in het dieselschandaal. Het bedrijf beroept zich op de vertrouwensrelatie met zijn klanten.

Eerder liet Bosch aftermarket-directeur Thierry Leblanc in gesprek met Automotive al weten dat Bosch de software weliswaar ontwikkelde, maar niet met het doel om emissietests te manipuleren.

In onze rubriek VAKTAAL vragen we iedere maand onze autovakman Jan-Peter Huizinga van Autobedrijf Huizinga in Hoogkerk, iets te vertellen uit de praktijk van het garagebedrijf. Dit keer gaat Jan-Peter nog iets dieper in op het motormanagement.

Het motormanagement is het computersysteem van de auto. De computer (ECU engine control unit) verzamelt alle gegevens van de geplaatste sensoren die op en rond het motorblok geplaatst zijn. De gegevens van de sensoren (gasklepstand, relevante drukken en temperaturen, motortoerental, belasting, etc) worden verzameld in de ECU die weer op zijn beurt diverse componenten (ontsteking, injectoren, evt turbodrukregelklep, etc) aanstuurt om de motor zo goed mogelijk, zo zuinig mogelijk en zo schoon mogelijk te laten presteren. Tegenwoordig staat de ECU ook in verbinding met het ABS-systeem, ASR systeem en andere systemen.

bron: GoogleWanneer het lampje gaat branden van het motormanagementsysteem (ECU-lampje), heeft de ECU een storing geconstateerd. Dit kan door omstandigheden komen die soms lastig te verklaren zijn. Dit zou bijvoorbeeld een slechte stekkerverbinding kunnen zijn. Of een defecte sensor of actuator. Soms is dit simpel te herleiden met diagnose apparatuur. Maar er zijn ook storingen die zich bijvoorbeeld af en toe voordoen. Dit zijn vaak lastige storingen om op te sporen. Een draadbreuk bijvoorbeeld: er liggen kilometers aan bedrading in een auto en de draadbreuk is soms al lastig te zien met het blote oog. Dan is meten de enige mogelijkheid om dit probleem te lokaliseren. Deze storingen zijn het beste op te sporen m.b.v. een scoop.

Ook een lekke uitlaat of vacuumlekkage in het inlaatsysteem kan dusdanig een storing veroorzaken waardoor het ECU-lampje kan gaan branden. Ook kan het voorkomen dat de ECU een fout registreert zoals bijvoorbeeld een te hoge turbodruk. Als dit werkelijk zo hoog is, als geregistreerd door de ECU, kan dit ernstige schade aan de motor geven. Daarom is de ECU bij veel auto’s zodanig geprogrammeerd dat de turbo (gedeeltelijk) uitgeschakeld wordt. Hierdoor weet de bestuurder dat er iets aan de hand is, en het is tevens bedoeld om verdere schades zoveel mogelijk te voorkomen.

Een ECU is dus een zeer complex en kostbaar apparaat. Daarom is het altijd raadzaam om uw dichtstbijzijnde garage op te zoeken en hier om raad te vragen.

In onze rubriek VAKTAAL vragen we iedere maand onze autovakman Jan-Peter Huizinga van Autobedrijf Huizinga in Hoogkerk, iets te vertellen uit de praktijk van het garagebedrijf. Deze keer is het onderwerp het motormanagementsysteem.

Vroeger had je in benzine auto’s een carburateur. Tegenwoordig zie je dat bijna niet meer. Eind jaren tachtig is het motormanagement in groten getale toegepast. Om auto’s te produceren die minder schadelijke uitlaatgassen zouden hebben, was dit namelijk noodzakelijk.

Met een motormanagementsysteem kun je alles gecontroleerder toepassen, denk aan bijvoorbeeld een choke die niet meer toegepast hoeft te worden. Het motormanagementsyteem berekent aan de hand van een geplaatste temparatuursensor constant hoeveel benzine er in de motor moet in koude en warme toestand. Vroeger moest de bestuurder hier om denken; liet je de choke langer openstaan, dan gebruikte de motor ook meer brandstof.

In de loop der jaren is er veel veranderd en aangepast. Er zijn veel meer sensoren geplaatst die meer controles kunnen doen en meer kunnen aanpassen wat betreft het verbruik en het vermogen. Maar helaas kan daar ook wel eens een storing in komen. Soms is het makkelijk om een storing op te lossen, maar ook komt het voor dat je veel metingen moet verrichten voor je een exacte diagnose kunt stellen. Helemaal met een storing die af en toe optreedt.

Veel voorkomende storingen zijn bijvoorbeeld:
· Draadbreuk (waardoor een signaal bijvoorbeeld niet meer goed doorgegeven wordt)
· Overgangsweerstand in een stekker (denk aan minder water bij afgeknepen tuinslang)
· Defecte sensoren
· Piekspanning

Foto bron: GoogleWanneer een dergelijke storing zich voordoet, ziet de bestuurder dit vaak door een lampje op het dashboard.

Sommige auto’s hebben een ander lampje dat gaat branden, maar dit is de meest voorkomende. Wanneer u dit lampje ziet branden en de auto rijdt naar behoren, is het zeer raadzaam om naar uw garage te gaan en de fout te laten achterhalen. Brandt dit lampje en rijdt de auto anders dan voorheen (stotteren, inhouden, etc.) is het zeer raadzaam om de dichtstbijzijnde garage te zoeken en hier om raad te vragen.