Consumentenbescherming op de tweedehands automarkt
- Gepubliceerd in Columnisten PRO
Rubriek Auto en Recht
Bij de combinatie auto en recht denken veel mensen aan mr. Bram Moszkowicz die in zijn Aston Martin Vanquish met Eva Jinek naast zich door de PC Hooftstraat cruiset. Dat beeld is echter niet juist en achterhaald. Mr. Bram Moszkowicz is inmiddels geen advocaat meer en zijn relatie met Eva Jinek is al geruime tijd verbroken. Bovenal is het lang niet voor alle advocaten weggelegd om in een Aston Martin te rijden. Dat neemt echter niet weg dat er ook andere advocaten zijn met een groot autohart. Dat geldt zeker voor de schrijver van deze rubriek. Al op jonge leeftijd ben ik getroffen door het ‘Alfa virus’, toen ik mijn eerste Alfa Romeo kocht. Dit virus leidde tot een voorliefde voor Italiaanse auto’s. In de loop der jaren ben ik met name een Lancia liefhebber geworden, maar ik heb mijn eerste Alfa nog steeds in de stalling staan.
Omdat deze rubriek gaat over auto en recht, is het natuurlijk van belang ook stil te staan bij dat laatste aspect: het recht. In elke column zal ik een juridisch onderwerp behandelen dat voor u interessant kan zijn. Ditmaal is dat de bescherming van consumenten bij het kopen van een occasion. Consumenten hebben namelijk meer bescherming dan veel ondernemers denken. Door op de factuur te schrijven dat de auto wordt gekocht “zoals gezien en gereden” wordt deze bescherming niet beperkt. Ook wanneer u een auto verkoopt zonder garantie, kan de koper soms toch aanspraak maken op herstel of schadevergoeding in geval van gebreken.
De consument heeft in Nederland namelijk erg veel bescherming. In het kort komt dit erop neer dat een koper er in beginsel altijd vanuit mag gaan dat de gekochte auto op een normale en veilige wijze als auto gebruikt kan worden. Wanneer een gebrek zich binnen zes maanden na aankoop voordoet, wordt volgens de wet vermoed dat het gebrek ten tijde van de koop aanwezig was. De koper staat dan met 1-0 voor en u zult als verkoper moeten aantonen dat het gebrek pas na levering is ontstaan.
Als de motor na een dag rijden kapot gaat of de remmen het begeven, zal de koper daarna bij de verkoper aan kunnen kloppen. Dit is alleen dan anders wanneer u als verkoper de koper al eerder op deze gebreken hebt gewezen. Het gaat hier om een minimale bescherming. De verwachtingen die een koper mag hebben worden verder bepaald door de prijs van de auto, het merk en type auto, het bedrijf waar de auto wordt gekocht en de mededelingen van de verkoper.
Zo mag iemand die een oude Mercedes 190d uit 1985 met meer dan 6 ton op de teller koopt bij de lokale dorpsgarage minder verwachtingen hebben van zijn ‘Mercedes’, dan iemand die een Mercedes C-klasse van slechts een paar jaar oud met bijna geen kilometers op de teller koopt bij de dealer. Welke bescherming een consument in een specifiek geval heeft, is dus afhankelijk van alle omstandigheden die bij de koop spelen. Als verkoper is het goed hier bij stil te staan en er rekening mee te houden bij de verkoop van tweedehands auto’s.
Wanneer het bekend is dat een auto een bepaald mankement heeft, doet u er goed aan dat aan de koper te melden. Het is dan ook aan te raden om dit bij een koop uitdrukkelijk vast te leggen. Als het dan nodig is, kunt u bewijzen dat u de koper voldoende heeft geïnformeerd en de koper kan daar dan later niet op terug komen. Het is beter om dit soort problemen te voorkomen dan te genezen!
mr. Tjerk Binnema is autoliefhebber en advocaat.
Heeft u een juridische vraag of weet u een interessant
onderwerp voor een column?
Neem dan contact met hem op:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
James Wattstraat 4 B2 (8912 AR) Leeuwarden
Tel. 058 2030193
Lees meer informatie over consumentenkoop en gebreken aan auto's op https://binnema-advocatuur.nl/advocaten-diensten/consumenten-geschillen/
De afgelopen jaren heb ik met veel plezier gewerkt binnen een groot garagebedrijf waarbij ik als bedrijfsarts heb aangedrongen op het verbeteren van de arbeidsomstandigheden (werkgever) en een nette manier van werken (werknemer). Dit begon met rondgangen op de werkvloer. Poetsers en monteurs werden gevraagd om minder kwistig te zijn met ontvetters en oplosmiddelen. Naast minder gebruik, namen ook de gezondheidsklachten af, in een enkel geval evident. Hierdoor nam het ziekteverzuim af en het plezier in het werk toe. Op een andere afdeling, in de schadeherstel, werden meer krukjes verstrekt en later ook meer bruggen geplaatst.
Kortom, voor werkgever en werknemer is het erg lonend om samen te werken bijvoorbeeld door deze zaken betreffende arbeidsomstandigheden te bespreken tijdens het werkoverleg. De kosten zijn geen argument immers het levert meestal geld op (korte en lange termijn) net als het inhuren van een goede arbodienst en of een goede bedrijfsarts waarvoor in grote lijnen geldt dat elke euro die je er in stopt vele meer oplevert. Immers een dag ziekteverzuim kost “all inclusive” snel 250 euro, zodat bij een bedrijf met 100 werknemers een verzuimdaling van 1% rond 50 duizend euro kan opleveren…………
Het tanken op Smalhorst gaat zeer gedisciplineerd. Machines uit, soms zelfs samen op één rekening en even de helm af op half op het hoofd. Van heel jong tot oud, van heel duur tot 'niks meer waard', van braaf tot een pokkenherrie! En hier zit een belangrijk deel van de passie voor de machine in. Niks mooiers dan na het tanken de machine aan te slaan onder de kap van het Shellstation van eigenaar Heino Rosevink. Even kort aan het gas, de decibels overschrijden alle normen. Heerlijk voor de liefhebber. En die zijn er om 07.30 alleen maar! De Ducati's, Harley's, Kawa's, Honda's, ze zijn er allemaal.
We staan blijkbaar liever langer stil dan dat we netjes twee banen gebruiken tot het ‘ritsmoment’ daar is. Op het laatste moment ritsen wordt immers als asociaal bestempeld en we willen uiteraard niet asociaal gevonden worden. Zelf behoor ik, gezien de Nederlandse opinie, tot de categorie asociale autorijder. Ik maak het regelmatig mee dat iemand voor mij op twee weghelften gaat rijden. Of de ‘rits’ dicht houdt en daardoor zelf bijna achterop zijn voorligger knalt. En een begroeting met een omhoog gestoken middelvinger komt ook veelvuldig voor. Voelt niet goed, ook ik ben van nature een kuddedier. En uitgesloten worden van de kudde, dat wil niemand! Maar volgens mij houd ik mij juist heel netjes aan de gedragsregel die de overheid al jaren probeert te laten landen. Daarom afgelopen week maar eens op het internet opgezocht of ik het dan toch al die jaren niet goed begrepen heb. Of ik echt zo asociaal ben als men beweert. En wat blijkt? Al vanaf 1997 wordt er door de overheid gepoogd om ritsen tot een gedragsregel te maken. Vele radiocommercials, billboardcampagnes en tv-spots zijn eraan gespendeerd.





