Opel toont rijke cabriolet-erfgoed in Duitse klassiekerrit
- Gepubliceerd in Opel
Klassieke Opel-cabriolets nemen deel aan ADAC Hessen-Thüringen - Opel Classic
Tijdens de 22e oldtimerrit ADAC Hessen-Thüringen - Opel Classic geven vijf klassieke Opels én de Opel Cascada een mooi beeld van open Opel-rijden door de jaren heen. De klassiekerrit van 26 t/m 28 mei a.s. voert door de omgeving van het Werretal, aan weerszijden van de voormalige grens tussen West- en Oost-Duitsland.
Dit jaar nemen vijf klassieke Opels en een modern exemplaar deel aan de befaamde oldtimerrit. De Opel 8/25 PS uit 1920 was een sportieve open vierpersoonsauto. De Opel Super 6 Gläser-cabriolet uit 1937 is een elegante, sportieve tweezitscabrio. De Opel Olympia ‘cabriosedan’ uit 1950 was een populaire carrosserievariant en de bijzondere Rekord A uit 1964 en Rekord C uit 1967 zijn door carrosseriebouwer Deutsch omgebouwd tot fraaie cabriolet. De Opel Cascada begeleidt de klassiekers als moderne interpretatie van het cabrio-genre.
Open begin…
Toen Opel zijn eerste auto in 1899 op de markt bracht – de Patent Motorwagen ‘System Lutzmann’ – waren vrijwel alle auto’s voorzien van een open carrosserie. Opel bood deze auto dus ook zonder dak aan. Toen Opel twintig jaar later de Opel 8/25 PS met zijn V-vormige radiator als open vierpersoonsauto introduceerde, was dat bij uitstek een modern voertuig. De auto was voorzien van een stoffen kap, maar zijruiten ontbraken. De tweeliter viercilindermotor leverde 18 kW (25 pk) bij 1.600 toeren per minuut. De topsnelheid lag op 65 km/u.
In 1937, ten tijde van het 75-jarige bestaan, presenteerde Opel de nieuwe Super 6. Die was voorzien van een moderne 2,5-litermotor met 40 kW (55 pk) vermogen en had een topsnelheid van 115 km/u. Dit type was er af-fabriek als twee- en vierdeurssedan én als cabriolet. Klanten met speciale wensen werden door diverse Duitse carrossiers bediend. Carrosseriebedrijf Gläser in Dresden bouwde bijvoorbeeld de 2+2 Opel Super 6 Gläser-cabriolet waarin Peter Küspert, Vice President Sales van Opel, aan de rit deelneemt.
Af-fabriek en op speciale bestelling
De Opel Olympia van 1950 was met zijn vele chroom het symbool van het na-oorlogse Duitse Wirtschaftswunder. Als cabriolet oogde hij echter nog vooroorlogs, met vaste zijruiten. Daartussen kon het dak worden opgerold om licht en frisse lucht binnen te laten. In 1956 was de Olympia Rekord de laatste auto van dit design die uit de fabriek kwam.
De twintig jaar daarna bood Opel geen fabrieks-cabriolets aan. In deze periode waren het carrosseriebedrijven zoals die van Karl Deutsch in Keulen die open Opels bouwden. Op bestelling bouwde Deutsch de Rekord A uit 1963 om tot cabriolet. Zo’n ombouw kostte ruim de helft van de prijs van de standaarduitvoering. Er zijn slechts dertig exemplaren gebouwd, dus de Deutsch-cabriolets zijn zeer zeldzaam.
Tot 1972, toen het model werd vervangen, vervaardigde Deutsch op basis van de Rekord C en zijn sportieve broer, de Commodore A, nog eens vijftig cabriolets. De rode Rekord C Deutsch-cabriolet wordt tijdens de ADAC Hessen-Thüringen - Opel Classic bereden door voormalig (DTM-)coureur en Opel-ambassadeur Joachim Winckelhock.
De vierpersoons Opel Cascada zet de cabrio-traditie van Opel voort. Het ruime model is voorzien van een stoffen kap van de hoogste kwaliteit, die in zeventien seconden opent en sluit bij snelheden tot 50 km/u. De kap is voorzien van optimale (geluids-)isolatie voor maximaal rijcomfort in elk seizoen. De elegante vierseizoenencabriolet is leverbaar vanaf € 35.495,-.
“De legendarische tweedeurs ŠKODA 1000 MBX vormt met zijn vrije vormgeving de kroon op het succes van de eerste Tsjechische auto die op grote schaal geproduceerd werd: de vierdeurs ŠKODA 1000 MB,” aldus Andrea Frydlová, hoofd van het ŠKODA Museum. “Daarmee is het model een belangrijke mijlpaal in de geschiedenis van ŠKODA. De productieaantallen in Mladá Boleslav namen gaandeweg de jaren ’60 aanzienlijk toe. Veel vooruitstrevende technologieën die in productie werden genomen, sloegen aan, waaronder de productie van onder hoge druk gegoten cilinderblokken, versnellingsbakhuizen en krukassen.”
De MBX was gebaseerd op het vierdeurs ŠKODA 1000 MB productiemodel, dat vertrouwde op een moderne monocoque carrosseriestructuur en een motor die achter de achteras was gemonteerd. ŠKODA bouwde begin jaren ‘60 voor de productie van de ŠKODA 1000 MB een compleet nieuwe fabriek in de directe nabijheid van de bestaande productiefaciliteit in Mladá Boleslav. De nieuwe fabriek bestond uit moderne faciliteiten met meer dan veertig productiehallen en diverse andere gebouwen op een oppervlakte van 80 hectare.
De historie van de tweedeurs MBX gaat terug naar 1960, toen de twee prototypen van de ŠKODA 990 Tudor werden gebouwd. De speciale carrosserie - met duidelijk naar binnen toe lopende C-stijlen die opgingen in de panoramische achterruit en de twee portieren met ramen zonder raamstijlen - werd ontworpen in de Kvasiny-fabriek. Het koetswerk behield de genereuze ruimte van de oorspronkelijke sedan, met een verbeterd (uit)zicht.
Niet alleen konden de bestuurder en voorpassagier hun portierramen omlaag draaien, ook de achterpassagiers hadden de mogelijkheid smalle ruitjes achterin te openen. Bovendien konden de driehoekige C-stijl ruitjes naar buiten worden geklapt voor extra ventilatie.
De ŠKODA 1000 MBX De Luxe werd op 10 maart 1966 op de Autosalon van Genève voor het eerst aan het publiek gepresenteerd. Het model verraste de bezoekers met zijn originele vormen. Het tweedeursmodel wekte door de grote glasoppervlakken de indruk geen B-stijl te hebben. Die B-stijl eindigde in het midden van de carrosserie onder de raamlijn, waarbij het smallere bovenste deel samen met de ramen naar beneden gedraaid kon worden. Op dat moment profiteerden de inzittenden van een fantastisch zicht naar buiten en een buitengewoon gevoel van ruimte.
De ŠKODA 1000 MB en de tweedeurs MBX vestigden nieuwe standaards dankzij de innovatieve motor en aandrijftechnologie. Op het gebied van motorenproductie was ŠKODA de eerste Europese fabrikant ooit die gegoten aluminium gebruikte voor de productie van het cilinderblok. Ook de viertraps versnellingsbak werd volgens datzelfde procedé geconstrueerd. Daarmee gaf ŠKODA een vervolg aan het proces dat in 1922 oorspronkelijk werd geïnitieerd door de Tsjechische engineer Josef Polák, met aanzienlijk kortere productietijden als belangrijkste voordeel.
De ŠKODA 1000 MBX werd aangedreven door een viercilinder benzinemotor met een inhoud van 988 cm3 en een vermogen van 38 kW/52 pk bij 5.000 tpm. Met een leeggewicht van 815 kg en een laadvermogen van 375 kg bereikte de auto een topsnelheid van 127 km/u. Het brandstofverbruik lag tussen 7,8 en 8,0 liter benzine op 100 km. Het model was standaard voorzien van twee Jikov carburateurs; een motor met een enkele carburateur werd slechts in een paar gevallen gemonteerd. De tijdsintensieve assemblage van de ŠKODA 1000 MBX, die vele manuren vergde, startte in oktober 1966 in het stand-alone deel van de Mladá Boleslav-fabriek, zodat de hoofdproductielijn geen vertraging opliep. De laatste twaalf MBX-modellen van de in totaal 1.403 exemplaren van de 1-liter-versie rolden begin 1968 van de productielijn.
In november 1967 werd het modelaanbod van het merk uitgebreid met de sportieve 1100 MBX De Luxe. Het motorvermogen bleef onaangetast bij een cilinderinhoud van 1.107 cm3, maar het voordeel was dat het koppel steeg van 75,5 naar 81,4 Newtonmeter. Andere verbeteringen waren een krachtigere oliepomp en een efficiëntere koeling. Van deze sterkere versie werden tot 1969 1.114 exemplaren gebouwd, waarmee het totale aantal tweedeurs MBX-versies uitkwam op 2.517.
Ondanks het relatief lage productievolume vergeleken met het 1000 MB serieproductiemodel (443.156 auto’s) gaf deze uitvoering de populariteit van het merk ŠKODA in tal van veeleisende buitenlandse markten een aanzienlijke ‘boost’. De legendarische Coupé ŠKODA 110 R (1970-1980) gaf een passend vervolg aan het succes van de aantrekkelijke tweedeurs MBX-versie, gevolgd door de Garde- en Rapid-modellen.

Prijzen

Prijzen
De weergoden hielden afgelopen vrijdagavond huis rondom Hellendoorn. Voor Bernhard ten Brinke opende zijn thuiswedstrijd gehuld in nevelen. Dichte mistbanken maakten de eerste twee proeven tot een hachelijke onderneming. “Op sommige stukken reed je met 150 km/u zo een muur van mist in. Opeens zag je helemaal niets. Echt heel link.”
Prima beslissing
Op zaterdag, met 9 proeven op het programma, hielden de weergoden zich lange tijd koest. Bernhard ten Brinke en Davy Thierie genoten van de vernieuwde klassementsproeven en merkten bij elke volgende etappe dat het harder én beter ging in hun Ford Fiesta RS WRC. “Dennis Kuipers was dit keer te snel, maar gaandeweg de dag werden de verschillen kleiner. Ik heb geleerd dat ik de Fiesta nog meer moet laten rollen.”
Aan het eind van de Hellendoorn Rally zorgde een hoosbui boven Rijssen dat nog één klassementsproef werd geschrapt. Het maakte voor het eindresultaat niet uit: de tweede plaats was al sinds de openingsproef stevig in handen. “Ik had natuurlijk liever gewonnen, maar Dennis heeft fantastisch gereden. Ik wilde kilometers maken ter voorbereiding op de Dakar Rally. Als je dan ook nog tweede wordt, dan kun je niet anders dan tevreden zijn.”
Eigen kledinglijn
Bij het nationale Concours d’élégance op zaterdag 21 juni kwam een Renault Espace van de eerste generatie als winnaar uit de bus. Het is een niet van nieuw te onderscheiden exemplaar van bouwjaar 1987. De Espace geldt als pionier voor het segment van de ruimteauto’s. Daarbij viel de Renault Espace ook op door zijn onconventionele en duurzame structuur van een kunststof carrosserie en een verzinkt stalen chassis.
Internationaal
De display van Renault trok veel belangstelling van de duizenden bezoekers aan het Concours d’élégance Paleis Het Loo, mede dankzij de grote diversiteit en de kwaliteit van de getoonde modellen. Er waren heel wat bijzondere Renaults naar Apeldoorn gekomen, zoals de vooroorlogse Type DP Mühlbacher Town Car, de NN2, de Vivaquatre en de Celtaquatre. Een opvallende aanwezige was de knalgele Renault 4 van de Wegenwacht, die samen met prachtige exemplaren van de Renault Frégate, Floride, Caravelle en Dauphine flink wat aandacht trokken.
Op dit moment wordt er bij Alpine hard gewerkt aan het realiseren van een auto die aansluit bij de fameuze Alpine A110 uit de jaren 70. De Alpine A310 1600 waarmee Marc Abercrombie en Chris Visscher de Winter Trail 2014 gaan rijden is technisch identiek aan de fameuze A110, maar met een jaren 70 design. Chris Visscher is sinds begin 2013 als lid van de “Alpine Advisory Board” betrokken bij de ontwikkeling van de nieuwe Alpine die in 2016 op de markt gaat komen.
Laurens van den Acker
Alpine A110
Alpine A310
Winter Trail
Alpine
Berijder en navigator
De P1 wordt opgenomen in de permanente collectie van het Porsche Museum in Stuttgart. Met zijn elektrische aandrijving heeft hij belangrijke technisch-historische waarde. Hij slaat daarmee ook een brug naar een ander baanbrekend Porsche-model: de nieuwe 918 Spyder.
26 juni 1898
De eerste wedstrijd
Vanaf februari in het Porsche Museum












































